Rogier Molhoek in VI 2011

Ooit was Rogier Molhoek een groot talent, aanvoerder van Jong Oranje zelfs. Ex-ploeggenoten van toen spelen nu in het Nederlands elftal en de Champions League. Aan VI vertrouwt de middenvelder toe dat hij niet rouwt om zijn geknakte dromen. Molhoek is blij dat hij gezond is en weer plezier in het spelletje heeft.

Molhoek kende een valse start bij VVV. Zijn lichaam moest wennen aan de intensieve trainingen van De Boeck, zijn geest worstelde met de plek op de bank die hem op een gegeven moment werd toebedeeld. Na een rode kaart voor een aanslag op Asare, als invaller tegen FC Utrecht, verspeelde hij zijn kansen op ene vaste plek in het elftal. De bom barstte nadat De Boeck de geboren Rotterdammer had gepasseerd voor de wedstrijd tegen Feyenoord. In de week na dat duel sloeg de speler met de vuist op tafel. ‘Ik had verwacht dat ik zou spelen in de Kuip. Dat heb ik de trainer verteld. Het werd een aanvaring en ik zei dingen waar ik later spijt van kreeg. De volgende dag heb ik excuses aangeboden voor een paar opmerkingen. De trainer accepteerde ze en daarmee was het klaar. Zo hoort het ook. Soms is ruzie helemaal niet verkeerd’.

Toeval of niet, sindsdien kan Molhoek wel rekenen op een basisplaats. Volgens de middenvelder had zijn botsing met de trainer hem op scherp gezet. ‘Ik weet nog dat ik mijn vader belde en tegen hem begon te klagen. Verdomme, waarom stelt die man mij niet op? Mijn pa was heel duidelijk: ‘die trainer van jou heeft gelijk. Jij kunt veel meer dan je nu laat zien’. Nou, dacht ik, als die ouwe het zegt, zal het wel zo zijn. Ik trainde ook teveel op de automatische piloot. En ik was ook niet onderscheidend genoeg tijdens wedstrijden. De knop ging om. Vanaf dat moment ging ik veel beter en scherper spelen. Toen had ik mijn plek zo veroverd’.

De laatste wedstrijden verschijnen voorzichtige contouren van de oude Molhoek. De gedreven middenvelder met zijn goede trap. ‘Het kan en moet nog beter, maar de motor komt weer op gang. Mijn streven is om het niveau van mijn goede jaren weer te halen. Waarom zou dat niet meer lukken? Ik ben nog niet versleten, maar ik kom wel van ver, Voor ik naar VVV kwam, had ik anderhalf jaar geen fatsoenlijke wedstrijd meer gespeeld. Bij zijn vorige club Vitesse voelde hij zich vooral figurant in een eindeloze soap.

Het zijn vervelende herinneringen die overheersen. Niet alleen omdat er van de ambitieuze plannen van Vitesse die hem naar Gelredome hadden gedreven, niks terecht kwam. Erger voor Molhoek was dat hij door een enkelblessure het hele kalenderjaar 2010 aan de kant stond. Tijdens zijn revalidatie maakte de club een totale metarmofose door. Merab Jordania redde Vitesse van een faillissement en met de nieuwe eigenaar kwam er een peloton nieuwe spelers uit alle windstreken.

Afgelopen zomer viel de realiteit rauw op zijn dak. Daar zat hij dan, 29 jaar oud en zonder club. ‘Dat was een rotperiode. Ik kenden zo’n situatie niet en had die ook niet verwacht. Er was alleen wat interesse vanuit rare competities. En toen kwam de verlossing van VVV. Niet de eerste club waaraan hij had gedacht, maar Molhoek besefte dat hij niet langer in de positie was om te kiezen.

En dus speelt hij nu, normaal gesproken in zijn beste jaren, onder in de Eredivisie. Dat had hij tien jaar geleden ook zelf niet kunnen bevroeden. ‘Jongens met wie ik toen samenspeelde, zijn wereldtoppers geworden. Robin van Persie, Robben, Boulahrouz, Nigel de Jong. Ik was nog een tijdje aanvoerder van Jong Oranje. Aan de andere kant: ik ken ook genoeg voormalige talenten die nu bij de amateurs voetballen. Het leven loopt zoals het loopt. Ik kan mezelf weinig verwijten, blessures heb je nooit in de hand. Ik moet blij zijn met wat ik heb. Sinds vorig jaar besef ik dat meer dan ooit’.

Op 2 augustus 2010 overleed zijn zus Maaike, 33 jaar pas. Hartstilstand. ‘Ze werd geboren met een zeldzame hartafwijking. We wisten dat ze niet heel oud zou worden, maar dit hadden we niet verwacht. Drie jaar eerder was ze al getroffen door een hersenbloeding, waarschijnlijk een gevolg van haar afwijking. De laatste jaren ging praten heel moeizaam. En gesprekken kon ze niet meer volgen’.

Na haar dood had Molhoek een tijd last van schuldgevoelens. ‘Toen ze overleed was ik druk met mijn revalidatie in Zeist. Ik had haar twee weken niet gezien. En toen was het ineens voorbij. Dat vond ik zo erg. Verdomme, waarom ben ik niet elke dag even bij haar langs gegaan? Het heeft echt even geduurd voordat ik dat kon accepteren. Maar het blijft zo jammer.

Twee weken zat hij thuis, maar daarna pakte Molhoek toch weer de draad op. En met het verstrijken van de tijd werden alledaagse dingen weer belangrijk. ‘Gelukkig heeft de mens een afsluitingsmechanisme. Blijf je denken aan alle erge dingen die gebeurd zijn of nog komen gaan, dan heb je geen leven. Zodra ik aan mijn zus denk, schieten de tranen in mijn ogen. Dan word ik verdrietig en dat wil ik niet. Ik praat er ook niet zo snel over. Wat dat betreft ben ik net zo’n binnenvetter als mijn vader. Maar nu gaat het weer goed met me. Ik heb genoeg afleiding. Mijn vriendin en mijn zoontjes. Zij zijn gezond en dat is het allerbelangrijkste. En ik voetbal weer, zonder pijn.

Hij is gehard door het leven, maar niet verbitterd. ‘Ik kan me de laatste tijd weer druk maken over verliezen of winnen van een trainingspartijtje. Dat is een goed teken’.

Bron: Voetbal International, 30 november 2011

SHOP
FC DORDRECHT

ONTDEK HET
ASSORTIMENT

In onze shop vind je al onze FC Dordrecht items.